
Logeerhuis moet mantelzorgers ontlasten
27 december 2022 om 16:01 PolitiekHEUVELRUG Met het toezeggen van een subsidie van 40.000 euro wil het Heuvelrugcollege de oprichting van een bovenregionaal logeerhuis dichterbij brengen. Het is de bedoeling dat zorgontvangers daar kunnen logeren, terwijl hun overbelaste mantelzorgers op adem komen. ,,Zie het als een vakantie in een zorghotel, terwijl de mantelzorger een time-out heeft”, zegt wethouder Gerrit Boonzaaijer (SGP).
De subsidie jaagt de gemeente niet op extra kosten en is gedekt in de begroting. Voorzieningen voor mantelzorg worden betaald vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), zegt Boonzaaijer. Het college kiest voor een bovenregionale aanpak om een buffer aan logeerplekken te hebben. Bovendien wil de gemeente voorkomen dat de zorgontvanger tijdens het logeren in een ‘verpleeghuis setting’ terechtkomt.
VAKANTIEGEVOEL Bij het toekomstige logeerhuis snijdt het mes aan twee kanten. De mantelzorger wordt even niet belast, terwijl de zorgvrager een vakantiegevoel krijgt in kleinschalige, huiselijke voorziening. Waar in de regio het toekomstige logeerhuis komt, is op dit moment nog onduidelijk. Volgens wethouder Boonzaaijer volgt nu eerst een uitvraag, waar zorgorganisaties op kunnen inspringen.
Dat verloopt via een zogenoemde subsidietender. Dat is een soort aanbestedingsprocedure met vooropgestelde criteria, waaraan het logeerhuis moet voldoen. De partij die het hoogste scoort ontvangt de gehele subsidie. Utrechtse Heuvelrug draagt voor de eerste drie jaar maximaal iets meer dan 40 duizend euro bij. Ook de andere gemeenten in Zuidoost Utrecht en Ede betalen mee.
LANGER VOLHOUDEN Het toekomstige logeerhuis is geen overbodige luxe. Volgens een rapport van de Raad van Volksgezondheid en Samenleving neemt het aantal ouderen en mensen met een chronische aandoening de komende jaren verder toe. Het aantal beschikbare mantelzorgers groeit echter niet mee. Daarom is het van belang om overbelasting van mantelzorgers te voorkomen, zodat die hun taken langer volhouden.
Michiel Schaaij